Na het ontwerpen van de Atari 400 en 800 begon de ontwerper Jay Miner (1932-1994) aan de uitdaging een grafisch georiënteerde 16-bits multifunctionele spelcomputer voor een betaalbare prijs op de markt te brengen. Toen de markt voor spelcomputers eind 1983 nagenoeg instortte, bleek zijn visie de juiste en in 1987 werd de Amiga 500 op de markt gebracht. Omdat de prijs van deze multifunctionele spelcomputer zeer aantrekkelijk was – zelfs goedkoper dan de “echte computer” van IBM – werd de Amiga 500 zeer goed verkocht. Vooral de videogames met grafische beelden deden het in die tijd enorm goed en vonden grote aftrek. Door de simpliciteit en het vernuft was het mogelijk op korte termijn zeer veel spelletjes op de markt te brengen die gretig werden afgenomen. Toch bleven de verkoopcijfers achter bij de andere grote game ontwikkelaars en ondanks dat het bedrijf verschillende doorstarts heeft gemaakt en de Amiga 500 grote ontwikkelingen doormaakte ging het bedrijf tijdens de vierde generatie van spelcomputers ten onder door de concurrentie met Apple Macintosh en IBM PC compatibles. Maar ook na het faillissement bleven velen Amiga trouw en worden deze spelcomputers als iets speciaals beschouwd. Inmiddels zijn er meer dan 1200 spelletjes met namen zoals:
Abandoned Places- Licence to Kill
- 1869
- The Bards Tale
- Batman
- Bubble Bobble
- Elvira
- Cannon Fodder
- Dragon reeks
- Fish
Amiga 500 kent tot op de dag van vandaag nog steeds een kleine maar zeer trouwe fan-basis die nog steeds druk met deze spelcomputer in de weer is en er een levendige gemeenschap op nahoudt die zelf hun spelletjes, uitbreidingen en aanpassingen maakt.